Wanneer mag je bevallen?
Wat zijn weeën?
Indalingsweeën:
vanaf een week of 32 kun je al af en toe wat indalingsweeën voelen. Dit zijn harde buiken die geen pijn doen. Ook kun je hierbij vaginale steken voelen, sommige omschrijven deze als messteken. Je kunt het gevoel hebben alsof je baby al heel diep zit. Deze indalingsweeën doen nog niets, je gaat er niet van bevallen. Ze zorgen er enkel voor dat de baby indaald in het bekken.
Voorweeën:
Voorweeën zijn onregelmatige harde buiken die pijn doen. De een doet meer pijn dan de ander. De een duurt langer dan de ander. Er zit geen regelmaat in. De een komt na 10 minuten, de ander na 5, dan weer een na 12 dan weer een na 7 minuten.
Deze voorweeën komen meestal voor vanaf 36 weken zwangerschap en bereiden je baarmoedermond voor op de bevalling. Ze maken de baarmoedermond rijp, zacht, soepel en korter. Soms krijg je ook al 1 a 2 cm ontsluiting hiervan. Om verder te gaan in je bevalling heb je echte ontsluitingsweeën nodig.
Voorweeën kunnen afzakken na een paar uurtjes. Ook worden ze minder in bad of in de douche. Maar het kan ook zijn dat ze doorzetten in ontsluitingsweeën.
Ontsluitingsweeën:
Ontsluitingsweeën heb je nodig om te bevallen. Ze komen elke 3 min terug en duren +/- 60 seconden. Ze zijn allemaal even sterk en krachtig en doen pijn. De meeste vrouwen moeten ze wegzuchten. Als je weeën hebt om de 3 minuten dan weet je zeker dat je gaat bevallen. Dan zakken de weeeën niet meer af. Meestal ontsluit je een centmeter per uur met weeën om de 3 minuten. Je hebt in totaal 10 cm ontsluiting nodig om te mogen persen.
De bevalling begint
In het algemeen duurt een eerste bevalling 12 tot 24 uur. Bij een tweede bevalling kun je (vaak) je eerste bevalling door de helft rekenen.
De bevalling kan op twee manieren beginnen:
- met weeën (bij 90%)
- met gebroken vliezen (bij 10%)
Loos alarm 'harde buik'
Als je in de laatste maanden van je zwangerschap bent, heb je het misschien al eens gevoeld: je baarmoeder trekt soms even samen. Hoe verder je bent, hoe meer dat kan gebeuren. Het komt door hormonen en wordt ‘harde buik’ genoemd. Het kan een vervelend gevoel zijn. Maar de meeste vrouwen voelen het niet eens. De samentrekkingen zijn geen echte ontsluitingsweeën en ze kondigen nog niet je bevalling aan. Het zijn wat voorweeën.
De volgende tekenen duiden er meestal op dat de bevalling nog niet begonnen is:
Harde buiken komen onregelmatig – ze kunnen lang zijn of heel kort
Harde buiken worden niet steeds sterker en komen niet steeds sneller op elkaar
Lopen maakt harde buiken niet sterker
Harde buiken verdwijnen als je gaat liggen, gaat douchen of een bad neemt
Harde buiken voel je meestal bovenin je baarmoeder
Het echte begin
Om te kijken of je bevalling echt begonnen is, letten wij op je weeën en voelen naar de baarmoedermond met een inwendig onderzoek. Zo krijgen we een goede indruk over de fase van je bevalling. Heel vroeg in de bevallng is het voor ons ook wel eens lastig om te beoordelen of je echt begonnen bent. Geen nood: een paar uur later weet je het zeker!
Als je weeën om de 3 minuten komen en 60 seconden duren heb je goede ontsluitingsweeën en begint de bevalling echt.
Je hebt dan steeds: 1 minuut wee, 2 minuten pauze.
Weeën
Een wee is een samentrekking van de baarmoederspier. Het voelt als een soort kramp in je onderbuik die langzaam opkomt, erger wordt en dan weer afzakt. Je kunt zo’n wee vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand. In het begin voel je de pijngolf aan komen rollen. Net voor de golf omslaat, is de pijn het hevigst. Daarna trekt de golf terug en voel je de pijn weer minder worden. Tussen de weeën door is er rust in je buik. De weeën worden sterker, komen vaker en regelmatiger en doen meer pijn naarmate de bevalling vordert.
Buik- en rugweeën
Sommige vrouwen vinden de pijn van de weeën goed te verdragen, andere vrouwen vinden het niet uit te houden. De meeste vrouwen hebben tijdens de weeën vooral pijn in hun buik. Maar er zijn ook vrouwen die de pijn vooral in hun rug en/of hun benen voelen. Soms kan de pijn van plaats wisselen. Rugweeën doen volgens sommige vrouwen meer pijn dan buikweeën.
Ontsluitingsweeën
De ontsluitingsweeën zorgen ervoor dat je baarmoedermond ver genoeg open gaat (10 cm) om de baby geboren te laten worden. Dat wordt ‘ontsluiting’ genoemd. Voor de ontsluiting zijn sterke weeën nodig. Ze duren langer (1-1,5 minuut) dan voorweeën en komen regelmatig, zo om de 3 minuten. Je voelt ze als een pijnlijke kramp door je hele bekkengebied.
De een voelt ze meer in de buik, de ander in de rug. Sommige vrouwen voelen ze (ook) in hun benen. De weeën worden krachtiger en pijnlijker naarmate de ontsluiting vordert. Tijdens de laatste centimeters ontsluiting (8-10 cm) zijn ze het heftigst. Dit is voor veel vrouwen een moeilijke periode. Gelukkig is het eind in zicht! De verloskundige controleert via inwendig onderzoek hoeveel centimeter ontsluiting je hebt.
Ontsluiting
Vliezen breken
De bevalling kan zich ook aankondigen met het breken van de vliezen. Ook dan zijn sterke weeën nodig om de baarmoedermond open te maken. Ze beginnen meestal binnen 24 uur na het breken van de vliezen maar niet altijd.
Als je vocht verliest ZONDER dat je weeën hebt kun je wel eens twijfelen of het wel of geen vruchtwater is.
Het zou urine, vaginale afscheiding of vruchtwater kunnen zijn.
Meestal verlies je ineens een flinke plons vocht. Het voelt aan alsof je in je broek plast. Als het vruchtwater is ruikt het zoetig en is helder van kleur. Er drijven vaak witte vlokjes in. Dit is van het huidsmeer wat op de baby zit.
Maar het kan ook zijn dat je vliezen bovenin scheuren en dan komt er telkens maar een klein beetje vocht uit. Als het gebroken vliezen zijn dan blijft dit constant lopen, het is nooit uren droog. Je mag best even een paar uurtjes aankijken of het vocht blijft komen of toch stopt.
De vliezen breken meestal pas na een tijd weeën. Dat is ook goed, want de vliezen en het vruchtwater beschermen de baby en helpen mee om je baarmoedermond open te maken door de druk die ze geven. Als de vliezen nog niet spontaan zijn gebroken, breekt de verloskundige ze pas aan het eind van de ontsluiting. Of soms eerder, als de weeën afzwakken of als je ontsluiting onvoldoende doorzet. Dat doet geen pijn. Je voelt alleen een beetje warm water lopen. Ook daarna maak je steeds opnieuw vruchtwater aan, zodat je kindje nooit ‘droog’ ligt.
Als je nog geen sterke weeën hebt mag je niet in bad, vanwege de kans op infectie. De baby staat nu immers in open verbinding met de buitenwereld. Je temperatuur wordt na het breken van de vliezen gemeten om een eventuele infectie snel te ontdekken.
Het is belangrijk dat je weet hoe laat je vliezen gebroken zijn. Noteer de tijd. Kijk ook of het vruchtwater helder van kleur is. Het vruchtwater mag niet groen of bruin of rood zijn! Dan moet je ons altijd dag en nacht bellen.
Als je vliezen gebroken zijn maar je hebt nog GEEN weeën om de 3 minuten dan mogen wij ook GEEN inwendig onderzoek doen om te kijken of je al ontsluiting hebt. Omdat de 'beschermlaag' om de baby weg is bestaat er een kans op een infectie.
Persweeën
Als je genoeg ontsluiting hebt om je kindje geboren te laten worden, gaan de ontsluitingsweeën over in persweeën. De verloskundige zal meestal eerst een inwendig onderzoek doen om zeker te weten of de ontsluiting volledig is. Door de grote opening van je baarmoedermond is het hoofdje naar beneden gezakt. Op het hoogtepunt van de wee voel je dan een drang om te drukken. Dit is een beginnende persdrang. Je kunt het niet tegenhouden. Het geeft aan dat de baby naar buiten kan. De persweeën komen meestal om de 3- 5 minuten. Ze zijn heel sterk.
Meepersen
Het einde is in zicht. Goede persweeën doen al veel werk. Je mag nu actief mee gaan persen. Pers tijdens een perswee met al je kracht mee richting je vagina en anus. Alsof je moet poepen. In het begin voel je niet altijd waar je naartoe perst. Maar als het hoofdje dieper komt, wordt het duidelijker hoe je zo’n perswee kunt gebruiken om mee te persen.
Het hoofdje wordt geboren
Op het moment dat je mag persen, kun je ook meekijken met een spiegel als je dat prettig vindt. Als je voor het eerst bevalt, duurt het vaak even voor je het hoofdje ziet. Het komt bij elke wee een stukje verder - maar gaat ook steeds weer ietsje terug. De baby is dan bezig om zijn hoofdje door het geboortekanaal te draaien. De verloskundige vertelt wat er gebeurt en coacht je. Het persen kan in totaal wel een uur-ander half uur duren bij een eerste baby.
Bij een tweede kind hoef je meestal minder lang te persen, omdat het geboortekanaal al soepel is gemaakt door het eerste kind. Je ziet het hoofdje dan al eerder en het komt tijdens een wee een flink stuk verder. Een tweede of volgende kindje wordt soms zelfs in één perswee geboren.
De baby wordt geboren
Als het hoofdje bijna naar buiten komt, voel je het aan de onderkant tussen je vagina en anus uitrekken. Dat kan een pijnlijk, brandend gevoel zijn. Een koude of warme washand tegen je bekkenbodem helpt. De verloskundige geeft aan wat je kunt doen om te voorkomen dat je inscheurt. Als het hoofdje geboren is, begeleidt de verloskundige je kind verder naar buiten. Soms kun en mag jij of je partner het kindje zelf aanpakken. Je hoeft dan meestal niet meer hard te persen, het lijfje volgt snel. De baby wordt snel op jouw (liefst blote) buik gelegd
Doorknippen Navelstreng
Als de hartslag van de baby niet meer te voelen is in de navelstreng, kan die worden doorgeknipt. Als je borstvoeding wilt geven, wordt de baby nu al aan je borst gelegd. Dit is een natuurlijk middel om je baarmoeder te laten samentrekken en om verder bloedverlies te voorkomen.
PLACENTA
Het wordt weer rustig in je buik. Omdat je geen weeën meer voelt, zou je bijna vergeten dat er nog een placenta komt. De baarmoeder trekt samen om de placenta los te maken en om te voorkomen dat je veel bloed verliest. De verloskundige houdt de navelstreng gespannen om te controleren of de placenta los ligt. Als dat zo is, vraagt ze je om nog een keer mee te persen terwijl zij tegendruk op je buik geeft. Meestal komen dan de placenta, de navelstreng en de vliezen naar buiten. Dat is een beetje een raar gevoel maar doet niet echt pijn. De baarmoeder trekt samen en voelt als een harde bal onder de navel. Komt de placenta niet binnen een uur naar buiten, dan moet deze onder narcose verwijderd worden in het ziekenhuis.
Wat doet de verloskundige?
De verloskundige begeleidt en ondersteunt je tijdens de bevalling. Ze:
- houdt continu in de gaten hoe het met jou en de baby gaat
- houdt rekening met wat jij wilt
- weet precies wat jij kunt doen om de pijn te verzachten
- vraagt regelmatig hoe het met je gaat
- moedigt je aan
- geeft jou en je partner aanwijzingen om de weeën goed op te vangen
- vertelt hoever je bent
- beantwoordt al je vragen